FOODFOREST
- 7 EETBARE BESSEN EN PLANTEN UIT HET BOS
Hoe vind je bosbessen, lievevrouwebedstro & co.
Lievevrouwebedstro, daslook, bosbessen en uiteindelijk rozenbottels – het bos biedt ons het hele jaar door steeds nieuwe heerlijkheden, je moet alleen goed kijken. Maar wat is eetbaar, waar vind je de betreffende planten en waar moet je op letten bij het plukken en verwerken? Wij beantwoorden deze vragen over zeven van de populairste, eetbare bosplanten.
WAAROM KRUIDEN EN BESSEN UIT HET BOS ONS ZOVEEL BETER SMAKEN.
Hebben jullie tijdens een boswandeling ook al eens van sappige, zoete bosbessen of wilde aardbeien gesnoept en gedacht dat deze veel aromatischer smaken dan de alternatieven uit de supermarkt? In feite hebben wilde vruchten en kruiden veel meer tijd om te groeien en te rijpen, en dus ook voor het verrijken van aroma's.
Anders dan gekweekte planten, krijgen ze geen meststoffen en gedijen op soms schrale bodems bij weinig licht en water. Uiteindelijk zijn de vruchten van wilde planten daarom meestal veel kleiner en valt de oogst aanzienlijk minder uit dan bij op opbrengst gekweekte planten in conventionele landbouw. Maar in de kleine vruchten heeft zich over de tijd een rijkdom aan zoetheid en aroma's gevormd. Geen wonder dus dat men na een eerste proeverij graag meer ervan wil hebben. In feite mogen veel bessen en kruiden uit het bos in kleine hoeveelheden voor eigen huiselijk gebruik geplukt worden, maar er zijn regels voor.
EETBARE PLANTEN UIT DE NATUUR: REGELS VOOR HET PLUKKEN EN MEENEMEN.
Om de natuur en wilde dieren geen schade toe te brengen, zijn er natuurlijk enkele basisregels voor het oogsten en verzamelen van eetbare planten in het bos. Niet overal mag geoogst en geplukt worden, sommige plantensoorten staan onder bijzondere bescherming en mogen niet door mensen worden aangeraakt. Enkele van deze regels kan je in dit artikel lezen. Bovendien moet je de volgende drie punten absoluut in acht nemen:
- Over het algemeen moeten je altijd controleren, of het plukken in het door jou beoogde gebied ook toegestaan is. Je kunt de geldende regels opvragen bij het betreffende bosbouwkantoor, de stad of de gemeente.
- Ook moeten jullie natuurlijk 100% zeker zijn dat de plant daadwerkelijk zonder zorgen eetbaar is. Pluk dus alleen wat jullie ongetwijfeld herkennen. Veel ogenschijnlijk bekende planten hebben verwanten die hen verwarrend veel lijken, maar toch zeer giftig kunnen zijn.
- Terwijl wilde dieren afhankelijk zijn van bessen en kruiden, is het voor ons een leuke aanvulling. Vooral in dichtbevolkte regio's met weinig bos, waar dieren niet veel meer vinden en misschien veel mensen iets verzamelen, moet je goed kijken en overwegen of het passend lijkt om daar nog iets te oogsten.
Als je geïnteresseerd bent in het gebruik van wilde planten, maar je jezelf er niet zo goed in kennen, kijk dan eens uit naar een begeleide rondleiding of een cursus. Veel boswachters, steden en gemeenten hebben inmiddels de wens van mensen om de natuur te ontdekken erkend en bieden overeenkomstige rondleidingen aan, waarin planten worden geïdentificeerd en regels worden uitgelegd.
7 EETBARE PLANTEN UIT DE NATUUR - TIPS VOOR HET VERZAMELEN EN VERWERKEN VAN WILDE PLANTEN
DASLOOK IN HET BOS VERZAMELEN
Daslook is een van de eerste bekende bosplanten die je in het voorjaar kan verzamelen. Al vanaf maart kan je de eerste aromatische bladeren plukken. Tot de bloeitijd in mei kan je de tijd nemen met de oogst, daarna verliest de plant helaas een deel van haar aroma door de krachtige bloemvorming en smaakt flauw.
Maar pas op, want daslook heeft een gevaarlijke dubbelganger: Het Meiklokje lijkt qua bladeren en bloemen sprekend op daslook. Vertrouw hierbij nooit op je oog, maar volg je neus. Want alleen de bladeren van daslook hebben een sterke knoflookgeur. Als je de bladeren tussen je vingers wrijft, moet er een sterke knoflookgeur te herkennen zijn, alleen dan ben je aan de veilige kant.
Daslook is in het bos te vinden op schaduwrijke en vochtige plaatsen onder loofbomen en struiken. Zodat de plant opnieuw kan uitlopen en zich kan herstellen, mag je altijd slechts maximaal 2 bladeren per stengel afsnijden. Om de plant daarbij niet onnodig te beschadigen, gebruik je het beste een scherp mes of een schaar voor het oogsten van daslook.
Verwerk de bladeren het beste zo vers mogelijk, het is daarom niet aan te bevelen om grote hoeveelheden tegelijk te oogsten. Verse daslook smaakt het beste fijngehakt in kruidenboter, als kruidige saladedressing of in de vorm van een pesto bij heerlijke pastagerechten.
LIEVEVROUWEBEDSTRO IN HET BOS VERZAMELEN
Lievevrouwebedstro ken je waarschijnlijk van zoetigheden zoals ijs, gelei of limonade. De leverancier voor het unieke aroma is een laag, maar breed groeiende plant met stervormige bladeren en kleine witte bloemen. Je herkent het boskruid eigenlijk heel gemakkelijk, want de geur van de bladeren lijkt erg op die van de bekende gerechten.
Lievevrouwebedstro houdt van vochtige schaduwplekken, in het bos vind je het daarom onder de bescherming van bomen en struiken, meestal in loofbossen. De beste tijd om lievevrouwebedstro te verzamelen is tussen april en juni, kort voor de bloei, dan smaken de bladeren het intensiefst. Snijd de stengels net boven de grond af (niet uittrekken) en laat daarbij minstens 2/3 van de lievevrouwebedstro planten staan, zodat de cultuur zich kan regenereren.
Daarna worden de bladeren gedroogd, pas dan ontwikkelen ze hun typische aroma. Voor de vorming van dit aroma is overigens een stof genaamd cumarine verantwoordelijk, die in grote hoeveelheden schadelijk kan zijn voor de gezondheid. Houd je dus altijd aan de aanwijzingen in het recept en wees in geval van twijfel eerder zuinig met lievevrouwebedstro.
VLIERBLOESEM IN DE NATUUR VERZAMELEN
Voor onze volgende kandidaat uit de natuurkeuken hoef je niet zo diep in het struikgewas te zoeken, want vlier vind je op zonnige tot halfschaduwrijke plaatsen, hetzij op bosweiden, maar ook aan de rand van veldwegen of in hagen. Hij is eigenlijk niet te missen. Tot vijf meter hoog kan een enkele vlierstruik worden en even breed.
Naar zo'n grote, houtige vlierstruik moet je dan ook uitkijken, want binnen het geslacht vlier verbergt zich een giftige soort, de dwergvlier. Ook hij heeft schermdragende bloemen en de karakteristieke, zwarte bessen, maar hij groeit eerder kruidachtig (heeft geen vast hout) en laag. In tegenstelling tot die van de echte vlier zijn de bladeren van de dwergvlier spits en waaiervormig gerangschikt. Ook aan de hand van de stand van de bessen kan je de giftige dwergvlier herkennen, zijn bessen staan namelijk recht omhoog, terwijl die van de echte vlier klassiek iets naar beneden hangen. Bedien je dus alleen aan de struik als je volkomen zeker bent dat je hem correct hebt herkend.
De bloesems van vlier kan je ongeveer vanaf mei of juni oogsten. Rijp voor de verwerking tot siroop of gelei zijn ze pas dan, als alle bloemkopjes van een scherm zich volledig hebben geopend. Om het volle aroma van de vlierpollen te kunnen vangen, wacht je met de oogst het beste tot een droge en zonnige dag. Pas als de zon een paar uur op de bloemschermen heeft geschenen, snij je ze net onder de bloemkop, met een scherp mes af. Daarna voorzichtig schudden, om geen ongewenste passagiers in de vorm van insecten mee naar huis te nemen.
Aangezien het aroma van de vlierbloesem uit hun pollen komt, moet je de bloesems voor de verwerking tot siroop of gelei niet afwassen. Alleen de dikkere stengels worden verwijderd, want die smaken bitter. Voor het maken van theemengsels of om in te leggen kan je de vlierbloesems natuurlijk ook drogen
FICHTENTOPPEN IN DE NATUUR VERZAMELEN
Ja, de tere, lichtgroene toppen van sparren, maar ook van dennen of dennen, zijn inderdaad eetbaar. Ze smaken natuurlijk wat harsachtig, maar ook heerlijk fris en citroenachtig. Verzamelen kan je ze vanaf mei of juni, zoeken hoef je meestal niet lang, want naaldbomen vind je in onze bossen overal. Toch ziet niet elke boswachter het graag als bosbezoekers de tere scheuten plukken. Vraag daarom vooraf bij het verantwoordelijke bosbouwkantoor en vraag of het oogsten toegestaan is.
Om ervoor te zorgen dat het de bomen niet schaadt, komt het ook op de juiste techniek aan:
- Ook al kan men heel comfortabel bij hun takken komen en hebben ze bijzonder veel tere scheuten, laat jonge bomen met rust, want ze zijn voor een gezonde ontwikkeling afhankelijk van de nieuwe uitlopers. Ook is hun hout nog heel zacht en door het verwijderen van de toppen kunnen gemakkelijk ziekteverwekkers in het tere hout binnendringen.
- Pluk nooit een complete boom kaal, maar neem altijd slechts enkele scheuten.
- De voorste scheut van een tak blijft altijd zitten, want alleen zo kan de boom zich gelijkmatig ontwikkelen. Voor de oogst komen dus alleen de meestal wat kleinere zijscheuten in aanmerking.
Knip de fijne, lichtgroene toppen van de boom af en dan kan je ook direct proeven. In grote hoeveelheden smaken de scheuten rauw natuurlijk niet, maar de receptenkeuken is veelzijdig, zowel in pesto en salade, als ook in zoete siroop, gelei of likeur kunnen de scheuttoppen verwerkt worden.
ROZENBOTTELS ZELF VERZAMELEN
Als je in september buiten op pad bent, kan je uitkijken naar rozenbottels. De rode vruchten van de rozen bevatten namelijk bijzonder veel vitamine C en bereid je immuunsysteem optimaal voor op het koude seizoen. In principe zijn de rozenbottels van alle rozensoorten eetbaar, maar die van de wilde rozen zijn bijzonder groot en aromatisch. Net als bij de vlier hoef je deze rozenstruiken niet in het diepste struikgewas van het bos te zoeken, want ze geven de voorkeur aan heldere en zonnige plekken. Op een open plek, een veldweg of op wilde weiden met struiken vindt men de zogenaamde honds-, aardappel- of appelroos vooral vaak. Ook op de duinen van de kustregio's zijn ze thuis, maar deze staan vaak onder natuurbescherming, dus informeer zeker voordat jullie deze gebieden betreden en verzamelen.
Rauw van de boom snoepen zal je rozenbottels liever niet, want zowel de fijne haartjes op de vrucht als de daarin aanwezige zaden zijn onderdelen die hevige jeuk kunnen veroorzaken. Het is daarom aan te raden om rozenbottels in hun geheel te koken, totdat ze zo zacht zijn dat haartjes en zaden door zeven gefilterd kunnen worden. De afgewerkte rozenbottelpuree kan je bijvoorbeeld tot heerlijke jam verwerken. De bereiding van rozenbottelthee is nog eenvoudiger, want daarvoor kan je de vruchten samen met de zaden en haartjes drogen en in een theefilter laten trekken.
BOSBESSEN IN HET BOS VERZAMELEN
Het juiste moment daarvoor is tussen juni en juli, bosbessenstruiken geven de voorkeur aan zure bodems, daarom groeien ze graag in de buurt van naaldbomen. Vooral verleidelijk zijn de grote bosbessenbestanden in moeraslandschappen, maar aangezien dit bijna altijd natuurgebieden zijn, mag daar niet geplukt worden. Het beste hou tijdens de boswandelingen het hele jaar door uitkijk naar de laag groeiende planten en onthoud de plaatsen. Als je er een hebt ontdekt, is de kans groot dat in de buurt een hele groep bosbessenplanten groeit.
Voor het gebruik van bosbessen heeft waarschijnlijk iedereen direct een idee: Het snoepen van de rauwe bessen is zonder problemen mogelijk (vooraf afwassen is echter vanwege de lage groei van de plant absoluut aan te bevelen), maar ook voor de verwerking in pannenkoeken, muffins of ingekookt als jam of vruchtenvulling voor taarten zijn de aromatische bessen uitstekend geschikt.
WILDE AARDBEIEN IN DE NATUUR VERZAMELEN
Wilde aardbeien kan je de hele zomer door verzamelen, want de kleine vruchten rijpen na elkaar, zodat na enkele weken weer nieuwe, felrode bessen aan de struiken zullen hangen. Je zal de ongeveer 20 cm hoge plantjes vinden op de bodems van loof- of naaldbossen. Daar groeien wilde aardbeien meestal op halfschaduwrijke plaatsen, waar ook af en toe wat zon valt – op open plekken, aan de rand van het bos of aan open wegen is de kans dat je ze vind bijzonder hoog.
Zoals bij alle laag groeiende bosplanten, moet je ook de wilde aardbeien voor het eten absoluut goed afwassen. Daarna maken de slechts ongeveer 1 cm grote bessen op desserts of als bijzondere taartdecoratie een goede indruk.